Waarom werkt het?

De werkgroep is zo opgezet dat verschillende factoren die mensen productief maken worden samengevoegd. Deze factoren zijn allemaal gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Door deze factoren met elkaar te combineren ontstaat er een optimale omgeving om aan de slag te gaan aan de taken of doelen die je hebt. Hieronder kun je in iets meer detail lezen over deze factoren en wat er in de wetenschappelijke literatuur over is geschreven.
𝐒𝐨𝐜𝐢𝐚𝐥𝐞 𝐝𝐫𝐮𝐤
Het helpt om in een groep werkzaam te zijn waarin iedereen zijn of haar best doet. Stel je voor je zit in een ruimte met andere mensen om voor een tentamen te leren of om aan een belangrijke opdracht te werken voor je baan. Je ziet om je heen mensen die hard bezig zijn met hun eigen taken en het verwezenlijken van hun doelen. Zou het dan fijn voelen om zelf constant bezig te zijn met je telefoon of irrelevante websites te bezoeken? Waarschijnlijk niet. Die hardwerkende mensen om je heen motiveren je om ook je best te gaan doen. Dit fenomeen is onder andere onderzocht door Mas en Moretti (2009). Een van de vondsten uit deze studie is dat mensen productiever worden als ze zien dat andere mensen ook hun best doen. Wat dit effect nóg sterker maakt is als je verantwoording moet afleggen aan andere mensen (Mas en Moretti, 2009). Hier wordt voor gezorgd in het eindgesprek van ieder dagdeel. Hierin wordt besproken hoe het is gegaan en hoever je bent gekomen met de taken die je vooraf hebt vastgesteld.
Een ander krachtig effect dat je effectiever in een groep kunt maken is het gevoel dat er een norm heerst. In de werkgroep is het duidelijk dat norm is dat je je best doet om aan je doelen te werken. Dit is in lijn met één van de bekendste gedragsmodellen uit de psychologie; de theorie van gepland gedrag (Azjen, 1991).
Zoals in het model hierboven te zien is, is de subjectieve norm één van de factoren die leidt tot de intentie om bepaald gedrag te vertonen.
𝐒𝐨𝐜𝐢𝐚𝐥𝐞 𝐬𝐭𝐞𝐮𝐧
Het kan voorkomen dat je er soms even niet uitkomt en daardoor onzeker wordt. Dit kan vervolgens weer leiden tot een blokkade of een verlies van motivatie. Op dat soort momenten is het nuttig om hier over te praten. Door met elkaar te praten en elkaar te steunen voorkom je dat je te lang blijft hangen in zo’n blokkade. Dit is in lijn met het eerder benoemde gedragsmodel, de theorie van gepland gedrag (Azjen, 1991). Één van de factoren die leidt tot de intentie van bepaald gedrag is zelfeffectiviteit. Dit wil zeggen het gevoel dat je instaat bent om een bepaalde gedraging uit te voeren. Door de sociale steun binnen de werkgroep waarborgen we onder andere elkaars zelfeffectiviteit en voorkomen we dat iemand hierdoor vastloopt. Mocht je je behoorlijk vast zitten en zijn de groepsgesprekken niet genoeg dan bestaat er ook de mogelijkheid tot individuele coaching. In deze gesprekken kijken we in detail waar je tegenaan loopt en maken we een concreet en uitvoerbaar plan om dit op te lossen.
𝐂𝐨𝐧𝐜𝐫𝐞𝐭𝐞 𝐝𝐨𝐞𝐥𝐞𝐧
Uit een zeer bekend boek van Locke en Latham (1990) blijkt dat concrete doelen effectiever zijn dan vage doelen. En als iemand over de vaardigheden en wilskracht beschikt en niet te veel andere doelen heeft is er een positieve relatie met de moeilijkheidsgraad van het doel en het bereiken er van (Locke en Latham, 1990). Het is voor ADHD’ers over het algemeen lastig om grote taken op te delen in kleinere stukken. Door de mogelijkheid om coach/planning gesprekken te hebben kunnen leden of bezoekers hulp krijgen bij het opdelen van grote taken in kleinere concrete taken. Hierdoor wordt voorkomen dat personen het overzicht verliezen en daardoor vastlopen. Ook binnen de groepsgesprekken is er ruimte om tips te vragen en eventueel feedback op je gemaakte doelen voor dat dagdeel.
Korte termijn doelen die toewerken naar het lange termijn doel
Naast dat er in de ADHD-groep wordt gewerkt met concrete doelen die toewerken naar een einddoel, is het ook de bedoeling dat elk dagdeel zijn eigen doelen heeft die tijdens het eindgesprek geëvalueerd kunnen worden. Dit is in overeenstemming met de delay discounting theorie die uitgebreid is onderzocht door Frederick, Loewenstein en O’Donoghue’ (2002) waarin wordt beschreven dat hoe verder iets in de toekomst ligt hoe minder de subjectieve waarde is. Daarbovenop is het ook belangrijk en wordt van iedereen verwacht dat ieder persoon zijn of haar doelen hardop uitspreekt aan het begin van elk dagdeel. Door iets hardop uit te spreken zul je bewust of onbewust sneller datgene wat je hebt uitgesproken uitvoeren of doen. Dit is de commitment bias die door Staw (1976) als eerste uitgebreid is onderzocht.
𝐑𝐞𝐠𝐞𝐥𝐦𝐚𝐚𝐭
De ADHD-groep biedt vaste werktijden aan die zorgen voor regelmaat. Elk dagdeel verloopt hetzelfde zodat iedereen zich hierop kan instellen. Hierdoor is het mogelijk om de werksessies die je hier komt doen een vast onderdeel te laten uitmaken van je weekinvulling. Dit is één van de factoren die het behalen van doelen makkelijker maakt volgens de implementatie intentie theorie van Gollwitzer (1999). Het is verder erg handig voor mensen die niet vanuit externe invloeden tot regelmaat worden gedwongen en dit dus zelf moeten organiseren.
Bronnen
Mas, A., & Moretti, E. (2009). Peers at work. American Economic Review, 99(1), 112-145.